De zon brengt akkerbouwer Jan Reinier de Jong regenstralen…
De droogte van de recente jaren betekende voor veel akkerbouwers slechte opbrengsten. Voor Jan Reinier de Jong (akkerbouwer in Odoorn) was dit aanleiding om te starten met beregenen. De daken op zijn bedrijf liggen bijna allemaal vol met zonnepanelen. Voor hem was het een logische stap om zijn eigen opgewekte zonne-energie te gebruiken om de haspel te laten draaien.
Allereerst legde Jan Reinier een bron aan, in zijn geval was dit met het waterschap Vechtstromen makkelijk te regelen, maar dit kan per waterschap verschillen. Jan Reinier koos bij de koop van de haspel met elektrische pomp inclusief frequentieregelaar bewust voor een lokale leverancier, zodat hulp in de buurt is, mocht er iets aan de hand zijn met de haspel. Door de aanleg van een ondergronds leidingen systeem kan hij 50 hectare grond nathouden met 1 bron. De vaste kosten per jaar voor 50 hectare zijn ongeveer 107 euro per hectare. De energiekosten voor gebruik van de haspel maken het voor Jan Reinier financieel aantrekkelijk, diesel is namelijk duurder dan elektriciteit. Jan Reinier is per jaar ongeveer 4000 euro minder kwijt aan elektrisch beregenen, dan als hij met een dieselgenerator zou beregenen. Daarnaast kan hij met de haspel precies beregenen waar hij wil en kan hij het water goed verdelen, het waterkanon kan bijvoorbeeld zo worden ingesteld dat het water niet op de weg terecht komt.
…en met hulp van databoerin Nicole kan Jan Reinier de regenstralen efficiënter inzetten
Jan Reinier maakt niet alleen met energie bewuste keuzes, bij het bepalen waar hij het beste kan beregenen krijgt hij (binnen het precisielandbouwproject Maxsus) hulp van databoerin Nicole Bartelds. Nicole Bartelds gebruikt verschillende systemen om de data over de bodem en/of gewas te verzamelen, hiermee kan zij meerjarige data verzamelen en het maakt gerichte bemonstering mogelijk.
De Agriscan maakt dronebeelden, deze ziet meer dan het blote oog. Een bodemscan met de SoilXplorer bepaalt de fysische toestand van de bodem door de elektrische geleidbaarheid te meten. De SoilXplorer maakt een bodemscan door over een perceel te rijden, de scanner meet op verschillende dieptes (20, 40, 60, en 80 cm) de elektrische geleidbaarheid. De scan brengt de variatie op een perceel in beeld. De SoilXplorer geeft aan wat de diepte tot een overgang is, zoals een storende laag, en wat het vochtvasthoudend vermogen van de bodem is. Daarnaast kan de scan in combinatie met bodemmonsters plekken van verzilting aanwijzen. En op basis van de scan kan advies worden gegeven over de aanbevolen diepte van de grondbewerking, dit kan diesel besparen en kan onnodige verstoring van het bodemleven voorkomen.
Als bijvangst van de bodeminformatie, die verzameld wordt in het Maxsusproject, maakte Nicole een soort van taakkaart voor beregenen, waardoor Jan Reinier per zone het beregenen kan afstemmen op het vochthoudenvermogen van de grond. De data kan te veel gebruik van water voorkomen, dit heeft ook andere voordelen. Door niet te veel water te gebruiken voorkom je uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen, voorkom je verspilling en gebruik je de capaciteit van de haspel beter.
De data wanneer je moet beregenen is te verzamelen met vochtsensoren. Nicole plaatst de vochtsensoren meestal op ongeveer 30 cm diepte, daar gaan de wortels namelijk naartoe. De vochtsensoren kunnen meten hoeveel vocht in de bodem zit, hiermee kan je zien wanneer beregenen nodig is. Het verschilt per bodemtype wat het verwelkingsniveau is, klei geeft bijvoorbeeld bij een hoger vochtpercentage geen water meer af aan plantwortels dan zandgrond. Voor elk bodemtype is een pF curve, waarbij het verwelkingsniveau voor verschillen bodemsoorten is af te lezen.