Categories
Fryslân Veenkoloniën

Masterclass 1: plantsapmetingen

Op initiatief van de bedrijfsbegeleiders CO2L Farming vanuit Bodem APK Fryslan is Eric Hegger (Nova Crop Control) gevraagd de masterclasses te verzorgen. Masterclass 1 gaat in op het waarom van plantsapmetingen, mobiliteit van de elementen, nutriëntenbalans en de interacties in de plant en factoren die de mineralenopname beïnvloeden.

Opbrengst en kwaliteit zijn eenduidig verbonden met een vitaal gewas. Een vitaal gewas geeft goede opbrengsten van juiste kwaliteit en heeft minder uitval door ziekte of onvoldoende productkwaliteit of slechte bewaarbaarheid. Daarom is het van belang om tijdens het groeiseizoen de mogelijkheid te hebben om de vitaliteit van het gewas te kunnen kwantificeren, dit kan met plantsapmetingen. Op initiatief van de bedrijfsbegeleiders CO2L Farming vanuit Bodem APK Fryslân is Eric Hegger (NovaCropControl) gevraagd om twee masterclasses te verzorgen over plantsapanalyses.

Over plantsapanalyses
Met plantsapanalyses kunt u veranderingen in nutriënten sneller zien dan met een drogestof meting. Een plantsapmeting meet vooral opgeloste mineralen, welke bruikbaar zijn voor een plant. Een droge stof meting geeft een weergave van de in de plant vastgelegde en bruikbare mineralen. Met een plantsapmeting is het per mineraal mogelijk om te zien of en welke mineralen in welke mate beschikbaar zijn. Daarnaast ziet u of er gebrek of een overmate van een mineraal is. Voor elk mineraal heeft NovaCropControl een streefwaarde opgesteld op basis van minstens 400 verschillende monsters. U kunt de metingen dus gebruiken om te sturen op de nutriënten opname en uw bemesting efficiënter te maken. Hiermee kunt u de gezondheid en de weerbaarheid van de planten verbeteren. Bodem – en plantsapanalyses kunnen elkaar hierbij aanvullen. Het kan bijvoorbeeld lijken dat er weinig van een bepaald element in de grond zit, maar dat een plant wel genoeg opneemt.

Mobiliteit van mineralen
De mobiliteit van mineralen in de plant verschilt per type mineraal, niet alle elementen kunnen naar andere plekken in de plant worden getransporteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen mobiele mineralen, gemiddeld mobiele mineralen en niet mobiele mineralen. Bij het bemonsteren worden oude en jonge bladeren apart bemonsterd, de mobiliteit van de nutriënten worden hiermee zichtbaar gemaakt. Daarnaast zijn verschijnselen van gebreken te herkennen op basis van de positie van de plant. Een gebrek aan mobiele mineralen (N, K, Mg, P) zijn als eerste zichtbaar in de oude bladeren van een plant. Jonge delen van de plant halen namelijk mobiele mineralen uit oude delen van de plant. Een gebrek aan niet mobiele mineralen (Ca, B) zijn als eerste zichtbaar in de jonge bladeren. Bij gemiddeld mobiele mineralen (S, Fe, Cu, Mn, Zn, Cu, Mo) verschilt dit per situatie.

Concurrentie tussen elementen in de plant
Elementen concurreren met elkaar in de plant.
Kationen (positief geladen elementen) balans
De balans van kationen (Calcium, Kalium, Magnesium, Natrium en Ammonium) is belangrijk. Wanneer bijvoorbeeld kalium meer opgenomen wordt, dan drukt deze de andere kationen weg, zoals calcium, magnesium en natrium. Een teveel van het ene kation remt dus de opname van andere kationen. Te veel natrium zorgt bijvoorbeeld voor verbrande wortelpunten, en minder wortelgroei en dus minder opname van andere nutriënten. Een te hoog natrium gehalte kan worden veroorzaakt door een slechte waterkwaliteit, de mest of compost.

Anionen (negatief geladen elementen) balans: bij anionen is de interactie hetzelfde als bij kationen. Onder de anionen vallen nitraat, chloride, fosfaat en zwavel.

Ook zijn er interacties tussen kationen en anionen, veel mineralen hebben bijvoorbeeld impact op de calciumopname. Daarnaast zijn ook indirecte interacties tussen elementen mogelijk.

Hoe kan je de verhoudingen tussen elementen sturen?
In bodem werk je met kleine correcties of op effecten voor de lange termijn (langer dan 1 seizoen). In de volle grond duurt het langer en is het lastiger om een directe correctie toe te passen. Daarom is het belangrijk om te kijken naar factoren die mineralen beïnvloeden, het is niet alleen de beschikbaarheid die de opname van nutriënten beïnvloedt.

Factoren die de mineralen opname beïnvloeden
o pH
o Onbalans mineralen
o Grondsoort
o Moment van aanbrengen meststoffen
o Bodemstructuur
o Klimaat
o Kwaliteit van water

Impact bodem op opname mineralen
De bodem heeft een belangrijk effect op de opname van mineralen. Een goed bodemleven zorgt voor een betere opname van elementen. Het kan dan wel nodig zijn om de bemesting hierop aan te passen. Als een plant bijvoorbeeld veel meer wortels ontwikkelt, kan de plant meer opnemen, dit kan ook tot overmaat van een bepaald element leiden. Een hogere opname van nitraat heeft bijvoorbeeld een slechte invloed op de plantgezondheid.

Ook de bodemstructuur is van belang, deze zorgt namelijk voor genoeg zuurstof voor de plant. Wortels hebben zuurstof nodig, anders sterven deze af. Ook de temperatuur van water kan hierop impact hebben, bij een hogere watertemperatuur zit er minder opgelost zuurstof in water.